Begin dit jaar lanceert Pleijsier Bouw & Onderhoud een nieuw label: Pleijsier Vastgoed Verduurzaming. Hiermee wil het bedrijf de energietransitie in de vastgoedbranche verder helpen versnellen en zijn klanten nog beter bedienen. We spreken erover met Berry Eenkhoorn, het gezicht achter het nieuwe label.
Voortrekkersrol in verduurzaming
Berry werkt al sinds 2008 bij Pleijsier, vooral als projectcoördinator. Daarnaast is hij altijd beschikbaar voor aanvullende taken. Zo was hij verantwoordelijk voor de service en nazorg, heeft hij de personeelsplanning beheerd en onlangs een nieuw ERP-pakket geïmplementeerd. Berry: “Ik ben altijd in voor nieuwe dingen, maar dat we met Pleijsier Vastgoed Verduurzaming onze verantwoordelijkheid nemen voor de volgende generaties, is voor mij een extra drijfveer.”
Hij is dus blij dat hij met verduurzaming van de (commerciële) vastgoedsector aan de slag kan, al ziet hij nog wel een flinke uitdaging. Zo moeten alle kantoorpanden in 2030 energielabel A hebben, maar veel gebouwen hebben nu nog een C-label of minder. Berry: “Of je nu gaat verduurzamen omdat de wetgeving het vereist of omdat je wilt bijdragen aan het betere wereld, de tijd van wachten is wel voorbij. Ik vind dat we nu onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Laten wij dan de voortrekkersrol pakken.”
Doen wat we al deden
Duurzaamheid is niet nieuw in de bouwwereld. Ook bij Pleijsier Bouw & Onderhoud is er al langer aandacht voor. Met het nieuwe label wil het bedrijf zijn verduurzamingsprojecten vooral een eigen gezicht geven. Berry: “Als ik naar ons werk kijk, dan gaan we niets nieuws doen. De afgelopen jaren hebben we al meerdere projecten verduurzaamd. Met het nieuwe label maken we deze expertise beter zichtbaar en willen we laten zien dat klanten ook bij ons kunnen aankloppen als ze hun vastgoed willen verduurzamen.”
Vastgoedverduurzaming is goed voor het milieu, maar ook financieel aantrekkelijk. Berry: “Het maakt ons niet uit met welke reden een klant ons benaderd, wij staan klaar om mee te denken. Je verdient duurzaamheidsmaatregelen terug, maar het blijft in eerste instantie een investering. Daarom denken we met onze klanten mee over de balans tussen nut en noodzaak van maatregelen en kijken we samen naar de financieringsmogelijkheden .”
Volledig ontzorgd
Daarmee noemt Berry een groot voordeel van Pleijsier Vastgoed Verduurzaming. Het bedrijf neemt het volledige traject op zich, van advies tot uitvoering. Dat betekent dat het bedrijf kan meedenken in het voortraject, bijvoorbeeld voor financierings- of subsidiemogelijkheden. Vanuit de hospitality-branche is Pleijsier bovendien gewend om werkzaamheden uit te voeren in een omgeving waar de bedrijfsvoering gewoon doordraait. Volgens Berry vinden veel klanten dat prettig.”
Een ander voordeel is dat het nieuwe label gebruik kan maken van ruim 100 jaar kennis, kunde en ervaring van Pleijsier Bouw & Onderhoud. Berry: ”Doordat we meerdere disciplines onder één dak hebben met een groot netwerk van partners, heeft de klant één aanspreekpunt. Achter de schermen zetten wij de juiste vakmensen op een project. Of het nu gaat om dakisolatie, een technische installatie of een volledige renovatie inclusief verduurzaming.”
Het gezicht, maar liever op de achtergrond
Berry praat met trots over Pleijsier: “Toen ik hier 15 jaar geleden kwam, deden we kleinschalige verbouwingen, renovatiewerkzaamheden en mutatiewerkzaamheden voor woningcorporaties. Inmiddels doen we echt grote verbouwingen, renovaties en zelfs nieuwbouwprojecten. Nu zijn we toe aan de volgende stap, en ik heb de eervolle taak gekregen om Pleijsier Vastgoed Verduurzaming op te zetten.”
Op het moment dat het gesprek persoonlijk wordt, begint hij wat ongemakkelijk op zijn stoel te schuiven. “We willen met Pleijsier Vastgoed Verduurzaming onze groene ambities kenbaar maken aan de buitenwereld. Mij is gevraagd of ik de kar wil trekken en het eerste aanspreekpunt wil zijn. Dat is natuurlijk een eer, maar het gaat niet om mij. Ik heb gewoon het geluk dat ik onderdeel mag zijn van een mooie club kundige mensen. Met hen bouw ik aan het vastgoed van morgen.”
